
Een rondreis van 1.600–1.900 km vanuit Marrakech leidt je langs kasbah-dorpjes naar de zandduinen van Erg Chebbi en Erg Chigaga eind oktober, wanneer de dagen 10–11 uur duren en de temperatuur in de woestijn rond de 24°C schommelt. Drie 4x4's rijden in een konvooi, waarbij ze verharde valleien combineren met klassieke pistes zoals Lac Iriki. Het plan is afhankelijk van duidelijke regels voor het konvooi, basisprincipes voor het rijden op zand en praktische logistiek in plaatsen zoals Ouarzazate, Tinghir, Rissani, Zagora en M’Hamid. Brandstof, contant geld en water bepalen het tempo; de wind en overstromingen in de wadi's bepalen de route. Het doel is eenvoudig: houd de marges ruim en verbind de versterkte lemen stadjes van Marokko veilig met de open ergs.
De route begint in Marrakech met goed onderhouden 4x4's—diesel Land Cruisers of Prados voor elk terrein, elk voorzien van twee reservewielen, een compressor, een schep, trekplanken, een kinetische kabel en 20–30 liter extra water. Een lokale Maroc Telecom SIM-kaart zorgt voor betere dekking in de valleien; offline kaarten ondersteunen de navigatie. Rollen zijn vastgesteld: de voorsprong neemt de navigatie voor zijn rekening, een middelste auto heeft de medische kit, en de achterste zorgt voor zware berging. Radio’s houden het gesprek kort; waypoint- en dagelijkse afsluit tijden staan op een gedeelde kaart.
De colonne rijdt overdag en streeft naar 250–350 km op geasfalteerde dagen en 160–200 km op piste dagen, en tankt wanneer er een betrouwbare pomp in de buurt is. Van Marrakech klimt de N9 over de Tizi n’Tichka naar Aït Benhaddou en Ouarzazate (ongeveer 195 km, 4–5 uur). Skoura’s palmbomen en Kasbah Amridil liggen nog eens 40 km verderop; veilige guesthouses bieden binnenplaatsen voor voertuigen en vroege ontbijten. De logistiek hier is eenvoudig: geldautomaten en supermarkten in Ouarzazate, cash-only auberges in Skoura, diesel (“gasoil”) is volop beschikbaar.
De weg naar het oosten naar Boumalne Dades en Tinghir (ongeveer 170 km) biedt korte omwegen naar de Dades- en Todra-kloof; beide hebben scherpe haarspeldbochten die beter te nemen zijn zonder lading op het dak. 's Nachts is het koel—enkele graden boven nul—dus dekens en een slaapzak die tot 0°C gaat, zijn verstandig. Naar de duinen, van Tinghir naar Merzouga via Erfoud en Rissani, is ongeveer 215 km. De marktdagen in Rissani (zondag, dinsdag, donderdag) zijn ideaal voor bijvullen; geldautomaten en bandenwinkels zijn te vinden bij de rotonde.
In Merzouga of Hassi Labied, kies een riad met veilige parkeermogelijkheid en toegang tot de duinen. De regels voor de colonne worden strenger: 50–100 meter tussen de auto’s in de stof, niet inhalen op de piste, en de “ik zie je achterlichten” regel—als je het voertuig achter je verliest, vertraag of stop je totdat het weer in zicht is. Kruispunten worden verzamelpunten, met de voorsprong die wacht bij elke splitsing. Elke U-bocht wordt via de radio gemeld en dan langzaam herhaald door elke auto.
Rijden op zand begint op de gemakkelijkere flanken van Erg Chebbi. De banden worden opgepompt naar 18–22 psi (1.2–1.5 bar); even iets laten leeglopen voor zachte stukken, en daarna weer oppompen. Traction control en stabiliteitssystemen worden uitgeschakeld; het middendifferentieel wordt vergrendeld op permanente 4WD's, lage verhoudingen worden ingeschakeld voor gecontroleerd koppel. Momentum, niet snelheid, houdt je drijvende—tweede of derde versnelling in lage verhoudingen, soepel gas geven, geen abrupte stuurbewegingen.
Klim de duinen onder een hoek en stop voor de scherpe rand; loop onbekende afdalingen te voet. De stappen voor berging zijn eenvoudig: stop vroeg, graaf de voorste kant uit, leg de planken neer en trek voorzichtig achteruit als dat nodig is. Stel een harde stop in twee uur voor zonsondergang in om nachtelijke bergingen te vermijden. Het zuidelijke traject gaat van Merzouga naar Alnif en Tazzarine op de N12, daarna N’kob naar Zagora (ongeveer 350–380 km), met brandstof in Erfoud, Alnif en Zagora.
M’Hamid ligt 95 km verder aan het einde van de weg; de gendarmerie kan paspoorten controleren bij checkpoints. Vraag lokaal naar de wind en eventuele spoelen voordat je je waagt aan het Erg Chigaga–Lac Iriki pad naar Foum Zguid (160–180 km piste, 6–9 uur reistijd). In het seizoen is het pad goed bereden, met meerdere parallelle sporen; houd rechts aan wanneer je twijfelt en vermijd ongerepte struiken. Neem minimaal 4 liter water per persoon per dag mee; voeg een extra dagbuffer toe.
Als er een zandstorm opkomt of als de wadi's water vasthouden, is de noodoplossing eenvoudig: keer terug naar de N12 en maak een rondje via Tazenakht. Van Foum Zguid leidt het asfalt naar Tazenakht en terug naar Aït Benhaddou of rechtstreeks naar Marrakech (ongeveer 300–360 km, afhankelijk van stops). In kasbah-steden, zoek naar accommodaties met binnenplaatsen, kom vroeg aan om kamers te reserveren en rekeningen contant te voldoen. Tank vroeg op de dag, controleer de octaan- of diesellabeling en vraag naar kaartacceptatie.
Voor deze route zijn geen speciale vergunningen nodig, maar pistes dicht bij de grens ten zuiden van Taouz kunnen beperkingen hebben; blijf westelijk van gemarkeerde militaire zones en neem je paspoort mee. De les is duidelijk in elk segment: gedisciplineerde colonnegewoonten, conservatieve bandenspanning en logistiek van stad tot stad maken van Marokko’s mix van stenen valleien en zachte zand een zelfverzekerde, memorabele route.